Terug

Over de arbeidsmarktkans en arbeidsmarktscore

Je arbeidsmarktscore geeft aan of je makkelijk (nieuw) werk kunt vinden. Het gaat daarbij niet per se om een vaste baan. We kijken vooral naar de hoeveelheid beschikbaar werk, vast én flex. Hoe hoger de score, hoe beter je kans op de arbeidsmarkt. De score loopt van 1 (zeer slecht) tot 99 (zeer goed). Bij een score van 70 punten of hoger is de vraag naar mensen met jouw achtergrond groter dan het aanbod. De gemiddelde score van de gehele Nederlandse beroepsbevolking is 76. 

Wat is een arbeidsmarktkans?

Een arbeidsmarktscan geeft weer welke kansen iemand heeft op de arbeidsmarkt, zowel nu als in de toekomst, in een bepaalde functie als men op zoek gaat naar een (nieuwe) baan. 

Hoe wordt de huidige arbeidsmarktkans bepaald?

Van een specifiek profiel (persoonlijk ingevoerde gegevens) wordt de arbeidsmarktkans berekend aan de hand van verschillende databronnen. Die gegevens worden gekoppeld aan de arbeidsmarktactiviteit en mobiliteit van werkenden en niet-werkenden, én aan aantallen vacatures voor mensen met een vergelijkbaar profiel. Functie, leeftijd, branche, opleidingsniveau en regio/provincie spelen hierin een rol.  

Per profiel wordt per regio bepaald wat de verhouding is tussen het aantal vacatures en werkzoekenden (vraag en aanbod op de arbeidsmarkt) op een bepaald moment. Dit getal is de arbeidsmarktscore 

Hoe wordt de toekomstige arbeidsmarktkans bepaald?

Voor de toekomstige arbeidsmarktkans wordt een prognose gemaakt van de verhouding tussen vraag (vacatures) en aanbod (mensen). Daarbij wordt rekening gehouden met de verwachte toekomstige ontwikkelingen in branches en beroepen. Zoals trends in de beroepsgroep, maar ook vergrijzing en de instroom van jongeren uit het onderwijs. 

De prognoses zijn onder andere gebaseerd op de verwachtingen van het Centraal Planbureau (CPB) en het UWV over de Nederlandse economie en arbeidsmarkt. 

Wat betekent de arbeidsmarktscore?

Deze score is gebaseerd op de verhouding van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Zijn vraag en aanbod in evenwicht (1 : 1, er is evenveel vraag als aanbod), dan spreken van een ‘goede’ kans. In deze situatie van 1:1, is de arbeidsmarktscore 70. Let op: het is dus geen percentage of rapportcijfer 

 Hoe hoger de score, hoe beter de kans op de arbeidsmarkt. De score loopt van 1 (zeer slecht) tot 99 (zeer goed). Bij een score van 70 punten of hoger is de vraag naar mensen groter dan het aanbod. Ligt deze onder de 70 dan is de vraag naar mensen kleiner dan het aanbod.   

De grenzen van deze arbeidsmarktscores zijn: 

<30 slecht 
30-50 matig 
50-70 redelijk 
70-85 goed 
85-95 zeer goed 
>= 95 uitstekend 

Waarom zijn de scores van een eerder gemaakte scan (oude rapportage) soms ineens veranderd/verbeterd?

Er wordt continue gewerkt aan verbeteringen van de arbeidsmarktscan en de data wordt continu geüpdate (2 x per kwartaal). Daardoor kan het zijn dat resultaten van een eerder gemaakte scan anders uitvallen dan op het moment dat de eerste scan ingevuld is. 

Bij 2 beroepen zie ik exact dezelfde scores staan terwijl dit wel echt andere functies zijn, hoe kan dat?

Twee verschillende functies kunnen toch bepaalde overeenkomsten hebben. Daardoor vallen ze in dezelfde ISCO beroepsgroep. 

Wat is ISCO?

ISCO is een beroepenindeling en staat voor International Standard Classification of Occupations. Een kwalificatie van beroepen die overeenkomen op basis van niveau en de specialisatie van de vaardigheden die nodig zijn het beroep uit te kunnen oefenen.  

Wanneer zien we afwijkingen? 

Waarom komen er in de Arbeidsmarktscan voor bijvoorbeeld een modeontwerper technische bedrijven naar voren als best passende werkgevers?

Dit komt door de ISCO (2163) van deze functie. Daarin zitten ook productontwerpers en industrial designers. Dat is waarschijnlijk de verklaring dat er grote technische/industriële bedrijven aanbevolen worden. Sommige functies vallen in een groep met beroepen die weinig overeenkomsten hebben met de gekozen functie. Daardoor komen er soms onverwachte resultaten uit.  

Ik heb een beroep waar heel veel vraag naar is, ze staan te springen om leraren in het beroepsonderwijs, maar ik scoor middelmatig.

We doen een check op leeftijd, postcode (regio) en opleiding en wat blijkt; Deze persoon is universitair geschoold en woont in Den Helder. In die regio is de vraag lager, zeker voor iemand met een masteropleiding want PABO is de norm. 

Ik heb 20 jaar werkervaring en scoor slecht op het beroep dat ik uitoefenen, dat begrijp ik niet?

De reden van deze uitkomst zit hem in een afwijkend opleidingsniveau te laag/te hoog voor deze functie in combinatie met de leeftijd.

Waarom scoren mensen laag in een beroep dat in de regel een lager opleidingsniveau heeft dan wat zij hebben?

Er wordt altijd gekeken naar de kans op het huidige opleidingsniveau. In geval van bijvoorbeeld ‘mbo’ wordt de verhouding berekend van zowel de vraag als het aanbod op mbo-niveau. Voor hetzelfde beroep kan de verhouding op een lager of hoger opleidingsniveau in sommige gevallen heel anders uitpakken. Hierdoor kun je ‘gestraft’ worden als je over- of onder geclassificeerd bent.   

Andere voorbeelden 

  1. Kapper is een beroep waarbij het grootste deel van zowel vraag als aanbod op mbo-niveau is. Iemand met een hbo-diploma zal daarom een hele lage/slechte kans hebben. De reden is dat er nauwelijks vacatures in dit vakgebied zijn op hbo-niveau. 
  2. Een jurist (WO) is momenteel secretaresse. Er is weinig vraag naar secretaresses op WO-niveau dit geeft een lage score. Dit geldt ook voor een WO geschoolde leraar basisonderwijs welke eigenlijk goede kansen heeft op de arbeidsmarkt. 

Daarnaast worden vacatures vaak ingedeeld in 1 vast/default opleidingsniveau. Dit gebeurt als het opleidingsniveau er niet in vermeld staat. Daardoor concentreert de vraag zich sterk in 1 opleidingsniveau, terwijl dat voor het aanbod niet het geval hoeft te zijn. 

Vanaf december 2020 worden hierin aanpassingen doorgevoerd. Daardoor ondervind je er minder nadeel van als je over- of onder gekwalificeerd bent. Ook ‘jaren relevante werkervaring’ worden zwaarder meegewogen als deze op een hoger niveau liggen dan je hoogst voltooide opleiding. 

Waarom wordt soms de kans over vijf jaar weergegeven als ‘slecht’, terwijl de kans op langdurige werkloosheid ‘zeer klein’ is?

Deze berekeningen staan eigenlijk los van elkaar. De kans op langdurige werkloosheid (langer dan 12 maandenis meer afhankelijk van leeftijd en het opleidingsniveau, dan van het huidige beroep. Mensen in minder kansrijke beroepen hebben grotere kans werkloos te worden en zullen gemiddeld langer moeten zoeken naar nieuw/ander werk. De kans dat dit langer dan 12 maanden duurt hangt vooral af van andere kenmerken (en natuurlijk motivatie, zoekgedrag, representatief voorkomen etc., dat wordt alleen niet gemeten).  

Bekijk ook de WW-statistiek van het UWV over de duur van de WW-uitkering versus leeftijd. Het aandeel langdurig werklozen loopt sterk op met leeftijd. Jongeren hebben gemiddeld genomen kortere WW-rechten wat uiteraard ook invloed heeft op deze cijfers. 

Indelingen en berekeningen 

Waar is de indeling van de branches op gebaseerd?

De indeling van de branches is gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) van het CBS.  

Een branche bevat alle bedrijven die zich met hetzelfde bezighouden. Zo zijn bijvoorbeeld de bouw en de kinderopvang verschillende branches.  

Via deze link krijg je meer informatie over deze indeling. http://sbi.cbs.nl/cbs.typeermodule.typeerservicewebapi/content/angular/app/#/ 

Hoe wordt de ‘Top 5 branches’ samengesteld?

De top 5 branches wordt samengesteld door te kijken naar de branches met de meeste vacatures voor een specifiek profiel. Dit wordt gemeten over de laatste 12 maanden. 

Wat betekent de ‘Verwachte zoekduur’ en hoe wordt deze berekend?

De verwachte zoekduur is het aantal maanden dat iemand met profiel X gemiddeld nodig heeft om een andere baan te vinden.  

Dit wordt berekend door onderzoek van de Intelligence Group: het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek, AGO. Dit onderzoek wordt elk kwartaal uitgevoerd. Hierdoor is bekend hoe lang mensen hebben gezocht of zoekende zijn. 

De berekening van de zoekduur gaat op basis van enkele achtergrondkenmerken (zoals leeftijd en opleidingsniveau) en de schaarste binnen een vakgebied.   

Voor mensen zonder baan is de duur dat iemand werkloos is ook van invloed. Iemand die een jaar werkloos is heeft een langere verwachte zoekduur dan iemand die 2 maanden werkloos is. 

Hoe worden de ‘Beste zoekmethodes’ bepaald?

De beste zoekmethodes per profiel worden berekend met data van respondenten met een vergelijkbaar profiel uit onderzoek van de Intelligence Group. Het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek, AGO. Respondenten die de afgelopen 12 maanden een (andere) baan gevonden hebben wordt gevraagd hoe deze is gevonden, bijvoorbeeld via een specifieke vacaturesite, netwerk, …).  

Algemene vragen 

De verwante beroepen komen niet goed overeen met wat ik zoek.

Verwante beroepen worden geselecteerd op basis van verwantschappen/overeenkomsten met het ingevoerde beroep. Op basis van competenties en taken wordt deze match gemaakt. Er wordt niet gekeken of jij je daarin herkent, wat meestal wel het geval is. De beroepen zijn bedoeld als inspiratie om verder te zoeken naar kansen waar jij in theorie de skills voor hebt. Het kan daarom zijn dat er ook alternatieven geboden worden die jouw interesse niet hebben.

Waarom wordt gevraagd naar alternatieve beroepen?

We geven de mogelijkheid drie alternatieve beroepen/werkvelden/sectoren in te vullen waarin ook belangstelling isZo bieden we een breder inzicht in de kansen in de daaraan gerelateerde beroepen op de arbeidsmarkt. Die score is gebaseerd op de aanname dat er voldoende opleiding en ervaring aanwezig is om die beroepen uit te oefenen. Is dat niet het geval, dan zal er een opleiding gevolgd moeten worden om voor die beroepen gekwalificeerd te worden. 

Reisbereidheid en verhuisbereidheid

Aan de hand van de reis- en verhuisbereidheid kan vergeleken worden hoe de reisbereidheid van mensen met een vergelijkbaar profiel is. Een advies daaruit kan bijvoorbeeld zijn de reisbereidheid te vergroten en daarmee de kans op een baan. 

Reis- en verhuisbereidheid tellen niet mee in de scores. Dit om te voorkomen dat mensen worden verleid onrealistisch grote reis- en verhuisbereidheid in te vullen en daarmee hun score te verbeteren. 

Reisbereidheid houdt geen rekening met uitzonderlijke gevallen. Als iemand bijvoorbeeld op Schiermonnikoog woont. 

Waarom wordt er naar het vakgebied gevraagd?

Soms worden branche en vakgebied door elkaar gehaald. Bijvoorbeeld door iemand met een administratieve functie in de gezondheidszorg. Bij vakgebied wordt ‘zorg’ ingevuld, terwijl de functie ‘administratief medewerker’ is. Deze antwoorden matchen dan niet met elkaar. Op de achtergrond wordt zo een extra check gedaan of dit klopt. Zo wordt van de juiste beroepsgroep uitgegaan. Een soort extra kwaliteitscontrole dus. 

Het wordt ook gevraagd om een andere reden. Kandidaten vullen bijvoorbeeld in dat ze consultant, adviseur of projectleider zijn. Dit zijn nogal brede/algemene beroepen. Als bekend is in welk vakgebied men werkzaam is, bijvoorbeeld ICT, kunnen we nog nauwkeuriger informatie verstrekken. 

Op welke bronnen is jullie arbeidsmarktscan gebaseerd?

De bronnen waarop de arbeidsmarktscan gebaseerd is zijn het UWV, Jobdigger, Intelligence Group en Jobfeed. 

Meer weten over arbeidsmarktdata?

Neem contact op met Intelligence Group voor meer informatie